Jeroen van Veen & Friends
Canto Ostinato
Canto Ostinato ontstond tussen 1976 en 1979 toen de componist Simeon ten Holt (1923) weer terugkeerde naar het instrument waarvoor hij ooit was begonnen te componeren.
In plaats van een compositie die van a tot z vastligt schreef Ten Holt een ‘vrije’ vorm die overeenkomsten vertoont met die van minimalist Terry Riley. Het werk ‘in C’ van Riley bestaat net als Canto Ostinato uit een aantal maten die de spelers naar eigen inzicht kunnen herhalen. Anders dan de meeste minimalisten, die vaak de nadruk leggen op het ritmische aspect, zoekt Ten Holt het veel meer in de richting van de melodie en de klank.
De concerten lijken haast een ritueel, waarbij het resultaat elke keer anders is. Dit komt niet alleen doordat de componist bewust de uitvoeringsmogelijkheden heeft vrijgelaten, maar ook omdat hij de invulling van het te spelen materiaal aan de uitvoerder overlaat. Eigenlijk gaat dit nog een stap verder; net als bij improvisatie worden de muzikale keuzes pas gemaakt op het moment van uitvoering. Het is dan ook meer een proces, en velen spreken ook over ‘ werk in uitvoering’. De pianisten navigeren door het stuk, dat bestaat uit 106 secties, en hebben voortdurend oog- en natuurlijk “oor”contact. Via luisteren en kijken neemt iemand het initiatief om gemeenschappelijk door te gaan naar de volgende sectie. Dit lijkt erop alsof iemand het stuk leidt, maar het tegendeel is waar. Bij Canto Ostinato bestaat geen leiding. Het stuk leidt als het ware zichzelf en het is de taak van de musici het stuk in juiste muzikale banen te voeren, waarbij ze ook afgaan op elementen van buitenaf; de akoestiek, het publiek, de sfeer; alles is van invloed op het uiteindelijke resultaat.
Canto Ostinato is net als Bach zeg ik altijd: “het maakt niet uit op welk instrument je het speelt, het blijft te herkennen als muziek van Bach door het muzikale ‘DNA’ dat de componist achterlaat in elke compositie”. Hetzelfde geldt voor Canto Ostinato, of het nu wordt uitgevoerd op piano’s, orgel, harp, marimba’s of synthesizers; het klinkt altijd als Canto Ostinato; letterlijk een hardnekkig aanhoudend gezang, waar bij tijd en ruimte los van elkaar komen te staan. Spanning en ontspanning verdwijnen en maken plaats voor een nieuwe ‘ware’ emotie. Deze neo-tonaliteit brengt weer veel mensen in contact met de beleving van een concert als zodanig. Opvallend is ook dat veel luisteraars deze muziek gebruiken om bij te mediteren, te rusten of juist geïnspireerder te werken (zoals kunstenaars), waarbij steeds opvalt dat het geen doorsnee klassieke luisteraars en/of concertbezoekers zijn. Simeon ten Holt heeft nieuw leven geblazen in een met uitsterven bedreigde tak van de kunst; het ‘concert’ waarbij het gaat om het nu en het ter plaatse beleven!