Canto Ostinato
Jeroen van Veen , Sonja Loncar, Andy Pavlov en Sandra Mol
Van de muziek gaat een tranceachtige, ritualiserende werking uit. “Het herhalingsprincipe zorgt ervoor dat je loskomt van het verleden en de toekomst”, vertelt het pianoduo Van Veen in Wilma de Reks boek Canto Ostinato. “Je vergeet als speler en luisteraar als het ware waar je vandaan kwam of waar je naartoe gaat. In traditionele muziek gaat het altijd over ontwikkeling, climax en opbouw; bij Ten Holt gaat het meer over het moment, het ondergaan, de variatie en de interactie.”
“Canto Ostinato, muziek die in je hoofd kruipt.” Liesbeth Houtman – Het Concertgebouw
Muzikaal dna
Canto Ostinato heeft zijn eigen muzikale dna; of het nu wordt uitgevoerd op piano's, harp, marimba's of synthesizers. In plaats van een compositie die van a tot z vastligt schreef Ten Holt een ‘vrije’ vorm die overeenkomsten vertoont met die van minimalist Terry Riley. Het werk ‘in C’ van Riley bestaat net als Canto Ostinato uit een aantal maten die de spelers naar eigen inzicht kunnen herhalen. Anders dan de meeste minimalisten, die vaak de nadruk leggen op het ritmische aspect, zoekt Ten Holt het veel meer in de richting van de melodie en de klank.
Romantisch, melancholiek of nostalgisch ritueel
In het eerder aangehaalde interview in de Volkskrant stelde Eilander de componist de vraag of zijn muziek romantisch kan worden genoemd. Ten Holt antwoordde: ‘Mmmmmja. Melancholieke, nostalgische muziek. (…) Het is de nostalgie van het vreemdelingschap. Heimwee naar een utopie misschien. Naar het land van de beminden. Naar de wereld waar de mensen geen roofdieren voor elkaar zijn.’ Een verlangen naar vrijheid dat anno 2024 actueler is dan ooit.
De concerten lijken haast een ritueel, waarbij het resultaat elke keer anders is. Dit komt niet alleen doordat de componist bewust de uitvoeringsmogelijkheden heeft vrijgelaten, maar ook omdat hij de invulling van het te spelen materiaal aan de uitvoerder overlaat. Eigenlijk gaat dit nog een stap verder; net als bij improvisatie worden de muzikale keuzes pas gemaakt op het moment van uitvoering. Het is dan ook meer een proces, en velen spreken ook over ‘ werk in uitvoering’. De pianisten navigeren door het stuk, dat bestaat uit 106 secties, en hebben voortdurend oog- en natuurlijk “oor”contact. Via luisteren en kijken neemt iemand het initiatief om gemeenschappelijk door te gaan naar de volgende sectie. Dit lijkt erop alsof iemand het stuk leidt, maar het tegendeel is waar. Bij Canto Ostinato bestaat geen leiding. Het stuk leidt als het ware zichzelf en het is de taak van de musici het stuk in juiste muzikale banen te voeren, waarbij ze ook afgaan op elementen van buitenaf; de akoestiek, het publiek, de sfeer; alles is van invloed op het uiteindelijke resultaat.