In Kyiv brandt het licht in een klein appartement. Maria en Martha staan op het balkon te kijken naar de raketten die als vallende sterren door de lucht schieten. Maria, zwanger,
verloren in een warboel van rouw en hoop. De ander, Martha, cynisch en scherp, maar net zo gebroken. Wat hen bindt? Een man die er niet meer is. Hun man.
In oorlogen worden cijfers geteld. Hoeveel soldaten zijn er gevallen? Hoeveel raketten zijn er afgevuurd? Hoeveel steden
liggen in puin? Maar achter elk getal schuilt een verhaal dat niet in de statistieken past. Niet over generaals en strategieën, maar over de mensen die achterblijven. Over de weduwen en ex-vrouwen, de moeders en dochters, de vrienden en geliefden. Hun rouw is niet heroïsch, niet groots of strategisch. Het is chaotisch, klein, soms kinderachtig. Een gevecht met een leeg bed, een ongeopend bericht, een spookbeeld dat nog in de deuropening lijkt te staan.
In Golem – een theatervoorstelling die zich afspeelt in Kyiv – staan juist deze stille slachtoffers centraal. Niet de mannen aan het front, maar de vrouwen die zij achterlaten. Maria en Martha huilen niet stilletjes in een hoek. Ze schreeuwen, lachen, troosten en treiteren elkaar. Ze graven in het verleden van Max, de man die hen beiden liefhad en bedroog, die voor zijn land vocht en sneuvelde, maar wiens aanwezigheid nog steeds tussen hen in hangt.
Het is geen oorlogsdrama zoals we dat gewend zijn. Het is rouw, ja. Het is pijn, absoluut. Maar het is ook humor. Scherp, zwart, soms oncomfortabel, maar altijd menselijk. Want zelfs in de diepste ellende vinden we manieren om door te gaan.
Zelfs in Kyiv, waar de oorlog op de achtergrond woedt, worden grappen gemaakt, wordt wijn gedronken, worden liefdesverklaringen gefluisterd en ruzies uitgevochten.
Wat Golem zo uniek maakt, is dat het niet alleen over verlies gaat, maar ook over liefde. Over hoe we ons vastklampen aan herinneringen, hoe we betekenis proberen te geven aan een wereld die zinloos voelt. Maria en Martha zijn tegenpolen, maar in hun rouw vinden ze elkaar, ongewild en onvermijdelijk. Ze dagen elkaar uit, ze testen elkaars grenzen, ze proberen hun eigen versie van de waarheid te verdedigen. Maar bovenallaten ze zien hoe oorlog niet alleen de doden raakt, maar vooral de levenden.
Golem laat zien hoe oorlog niet alleen lichamen verwoest, maar ook levens. Hoe het niet alleen op het slagveld wordt uitgevochten, maar ook aan de keukentafel, in een verlaten
slaapkamer, in de hoofden van de mensen die achterblijven.
Het vertelt over de vrouwen die niet in de geschiedenisboeken komen, over de slachtoffers waar we nooit over lezen. En dat doet deze voorstelling met een rauwe, eerlijke, maar
verrassend tedere blik.
Misschien is dat wat Golem zo krachtig maakt. Het is geen klaagzang, geen eendimensionaal verdriet. Het is een viering van de menselijke veerkracht, van liefde die blijft nazinderen, van de manier waarop we, zelfs in de grootste puinhopen, toch weer iets proberen op te bouwen. Zelfs als dat maar een gesprek is, een gedeelde herinnering, een fles wijn in een verlichte kamer, ergens in Kyiv."